Terugblik ‘achter de schermen’ RondOm BZS Youth Trophy

Het Rondom BZS Onder 16 toernooi trekt grote clubs naar het kleine dorp Beusichem. Zo kan het zaterdag gebeuren dat de grote dubbeldekkerbus van FC Kopenhagen van 14 meter de draai bij de Markt niet kan maken richting Wielstraat. Geen probleem. Met bestelbusjes worden de spelers op de zaterdagmarkt opgehaald en afgezet bij de BZS-velden. Voor de 80-jarige club BZS een mooi moment: Het is toch de top van de onder-16 spelers van Nederland die te zien is in Beusichem. BZS huurt dat weekend een vleugel van het Van der Valk hotel in Tiel. Ook rond de velden is de organisatie strak. Wat opvalt die dag? Veel scouts van topclubs staan op de genodigdenlijst. Ook komt RC Genk met GPS trackers om alles van de 15-jarigen te meten. Uiterst professioneel dus. Voor ons reden om te vragen: Hoe werkt scouting? En wat voor rol speelt data?

Scouting: ‘Slecht gedrag in het veld kan pluspunt zijn’

René Moonen scout fulltime voor Manchester United in Nederland en een deel van België. Moonen scout misschien op een andere level dan Jan Kemkens van de FC Twente/Heracles Academie. Beide scouts kennen elkaar al jaren door vaak dezelfde wedstrijden te bezoeken. Ze drinken tussen wedstrijden door wat in de Beusichemse VIP-tent. Dat de clubs in andere vijvers vissen voor het eerste elftal, blijkt o.a. uit data op platform SciSports. Kemkens: “Wij kijken voor spelers die daar 65 scoren met een potentie naar 80 of hoger. SciSports is niet meer dan een ondersteuning voor de scouting. Bij de
jeugd is het vooral live kijken en via beelden. Manchester United kijkt naar spelers met hogere scores, vermoed ik.” Moonen beaamt dat. Die scores zijn een optelsom van veel factoren als passzuiverheid, tweebenigheid, snelheid, etc..

Als Manchester United komt kijken, gaan er misschien ook wel meer deuren open, zelfs bij grote clubs als Dortmund. Veel grote clubs volgen de jeugdafdeling van deze Duitse topclub, weet Kemkens. Moonen (Manchester United) erkent dat hij graag bij de grote clubs kijkt. “Ik kijk niet naar het regioteam van BZS. Ze zijn een jaar ouder dus niet van het niveau van de jeugd van topclubs.” (Op dat moment wist hij niet dat het regioteam derde zou eindigen.) Het liefst kijkt Moonen wedstrijden tussen jeugdteams van topclubs, omdat daar het niveau hoger is.

Toch wordt het regioteam van BZS in de gaten gehouden. De Vitesse-scouts kijken met name naar de regioteams in haar provincie. Nu Vitesse in de Keuken divisie speelt, kijkt Vitesse misschien nog wel meer naar de regio dan andere jaren. “We worden daarbij ook geholpen met informatie van het facebook platform Culemborgse velden”, zegt Vitesse-scout Hofs en slaat verslaggever Abdel Al Ayachi
van Culemborgse velden vriendschappelijk op de schouders in de VIP-tent. Hofs levert de namen. Theo
Jansen is sinds april als hoofdscout actief voor Vitesse. Zaterdag is hij niet in Beusichem.

 

Lijstje spelers Manchester-scout groter geworden

Moonen (Manchester United) kent alle spelers wel op het Beusichemse toernooi, vooral de jeugdteams van Nederlandse clubs. Hij heeft ze allemaal vaker zien spelen. De namen van spelers van Dortmund, Kopenhagen en Slavia Praag kent hij ook. Hij heeft een lijstje, maar die is zaterdag al langer geworden. “Een speler kan opvallen in de eerste wedstrijd, dan let ik daar extra op in de tweede wedstrijd. Laat hij het dan weer zien?”

De beste speler op het BZS-toernooi van vorig jaar was August de Wannemacker van RC Genk. De scouts
hadden geen rol in die beoordeling voor beste speler. Moonen kent deze speler.

“Vorige week speelde Wannemackers met Genk bij Ajax met de onder 18 mee.” Of hij Wannemackers op zijn lijstje heeft staan? Daar gaat hij niet op in.

Kemkens is die zaterdag in Beusischem vooral lovend over Slavia Praag. “Ze spelen goed voetbal, fysiek sterk. Ze scouten ook veel in Nederland. Ik zag en sprak vorige weekend bij 2 wedstrijden in de Keuken Kampioen Competitie ook een scout van Slavia Praag.”

Maar waar kijken de scouts nu precies naar? Als er zoveel data is en beschikbaar videomateriaal. Moonen: “Live is toch echt het allerbelangrijkste. Op een video zie je niet hoe een laatste man de ruimte invult. Dat blijft buiten beeld.” Tuurlijk zijn factoren als handelingssnelheid, of percentage zuivere passes belangrijk, maar dat ik ook afhankelijk van de positie waar hij speelt.

Maar er zijn ook gedragsfactoren en instelling van spelers waar scouts op letten. Kemkens: Dat begint al bij de warming up, ik zag vorige week een speler die in de warming up niet overtuigde, gooide met zijn pet ernaar. Maar in de wedstrijd stond hij er echt, dus het zegt niet alles.” Lastig gedrag in het veld hoeft ook geen minpunt te zijn. Moonen: “Wat doet een speler met die irritatie? Gaat hij over de grens? Kijk, een speler als Weghorst gebruikt zijn irritatie voor zijn team. Het kan belangrijk zijn.”

Moonen en Kemkens hebben nog een link: Erik ten Hag. Waar Moonen pas Ten Hag precies vijf minuten te spreken kreeg toen hij in Manchester was (“Ten Hag is extreem druk”), kent Kemkens Ten Hag heel lang, uit de jeugdopleiding van FC Twente “Daar is hij na zijn voetbal-en trainerscarrière begonnen. Bijzonder dat hij toen al duidelijk wist wat hij wilde. Een bijzondere carrière.” Dat beaamt Moonen. “Hij ligt echt heel goed bij de hele club. Ging er op alle afdelingen een handje schudden. Ze dragen hem op handen.”

 

Draagt alle jeugd gps-trackers?

’s Morgens bij aankomst op het BZS terrein valt op dat RC Genk een krat bij zich heeft GPS-trackers, beschermd in zacht schuim. Elke speler draagt zo’n sensor in de wedstrijd, waardoor alles gemeten wordt: De lichamelijke prestaties, maar ook de loopacties. Twee videomasten staan opgesteld tussen de velden. Twee teams filmen dus hun eigen wedstrijd. Hoe ver is de techniek eigenlijk ingeburgerd in het
jeugdvoetbal? Burgemeester Hans Martijn Ostendorp was bestuurder bij De Graafschap en bezoekt BZS
op zaterdag puur als liefhebber. “Al op 15 jarige leeftijd lopen ze met sensoren om alles te meten.” Hij zou verbaasd zijn als niet alle teams dit doen vandaag in Beusichem. 

Toch valt dat mee. RC Genk heeft de trackers dus bij zich. AZ en PSV doen dit niet. “Dat doen wij pas bij de bovenbouw, dus bij onder 17 of onder 18”, stelt één van de teamleider van PSV.

Hij heeft ook geen videomast bij zich. Wel is hij blij verrast te horen dat veld 1 wordt gefilmd met het videosysteem van BZS zelf. Hij wil die beelden graag gebruiken, ook nu PSV niet goed presteert. “Wij staan hier met maar zeven spelers uit de onder-16, de rest is jonger. We hebben een planningsprobleem met veel toernooien. Het eerste team vraagt veel aanvulling uit de lagere teams, er is een groot toernooi voor onder 19 dit weekend. Overal staan we met jongere spelers. Het is niet zoals het wezen moet, maar het is niet anders.” De jonge spelers van PSV krijgen de eerste wedstrijd met 4-0 op de broek van Dortmund. Het is niet leuk, maar voor de jonge spelers ook een beetje weerstand opbouwen, zegt de teammanager.

Chips in de schoenen

En Dortmund dan? Misschien wel de grootste deelnemende club in Beusichem. De spelers lijken geen
sensor te dragen. “Klopt”, zegt een fysiotherapeut. “We zijn ze vergeten in de eerste wedstrijd, misschien de volgende wedstrijd, maar bij ons zie je ze niet, het zijn chips in de schoenen.” Dat meet ook de balbehandelingen. Dortmund heeft wel een camera op een statief van 7 meter naast het veld om de wedstrijd op te nemen. De trainer heeft een beeldscherm voor zich. Dat is waarschijnlijk voor de
opstelling. Opvallend. PSV gebruikt daarvoor een whiteboard met magneetjes. Die zijn gelukkig
Overigens gebruiken de jeugdteams van PSV en AZ wel data voor jonge spelers. Niet tijdens wedstrijden,
maar op de training krijgen spelers weleens een tracker omgehangen. Dat is om te meten of ze de 20 sprintjes op 20 kilometer per uur op de training makkelijk kunnen maken of de 4 sprintjes op 30 kilometer per uur. Die maken ze ook in de wedstrijd. Vaak is dat ook om revalidatie te volgen, maar ook om ontwikkeling van spelers te volgen, aldus de fysiotherapeut van AZ. Wedstrijden worden alleen per video geanalyseerd. Of deze clubs jonge spelers niet te jong teveel met data willen overladen, konden de teams niet zeggen.

Tekst Jeroen Verheul

Foto's; Serge Sanramat